Nijverdal en de "Katoentjes"

Onder koning Willem I, bijgenaamd de koning-koopman, werd de Nederlandsche Handelmaatschappij opgericht. De NHM handelde onder meer in koffie, specerijen, rietsuiker, tabak, maar ook in ‘katoentjes’. Maar hoe ging dat nu eigenlijk met die 'katoentjes'?

 Katoentjes naar Twente

Er werd naar plekken gezocht om de ‘katoentjes’ in ons land te kunnen produceren en onder meer in Twente werden goede locaties gevonden. De textielindustrie kende hier een aanzienlijke huisnijverheid en daarmee de benodigde technische basiskennis.

De slechte verbinding van het Twentse land met de rest van Nederland werd verbeterd door de aanleg van een gloednieuwe, verharde weg van Zwolle naar Almelo. Ook transport per rivier via de Vecht en de Regge met Twente was mogelijk. De NHM zocht een goede locatie in Twente om ‘katoentjes’ niet alleen in de huisnijverheid met de nieuwste, Engelse techniek van de snelspoel te kunnen produceren, maar ook machinaal. De ideale plek voor een spinnerij werd gevonden op de plek waar de nieuwe weg naar Almelo de Regge kruiste: het Koeveen in Noetsele. Aan de overkant van de Regge kon de havezate de Eversberg met z’n bijgebouwen gehuurd worden voor een voorlopige vestiging. De NHM correspondeerde rechtstreeks met koning Willem I, het gemeentebestuur in het moederdorp Hellendoorn werd in lang alle ontwikkelingen niet gekend. Met name de Noetseler boeren die er eeuwenlang hun vee geweid hadden, moeten al die bedrijvigheid aan de Regge heel erg raar en misschien wel bedreigend hebben gevonden. 

Ontstaan Nijverdal

De leiding van de NHM vond dat er een nieuwe naam bedacht moest worden voor het nieuwe dorp dat ongetwijfeld zou verrijzen als de zaken de goede kant op bleven gaan. Verschillende opties passeerden de revue. Uiteindelijk werd gekozen voor ‘Nijverdal’, waarmee de nijverheid in de omgeving benadrukt werd samen met de lage ligging van de nieuwe fabriek aan de voet van de Sallandse Heuvelrug. De naam was er net op tijd voor de ceremonie van de eerste steenlegging van het huidige Nijverdal aan het gebouw van de kettingsterkerij van het ‘etablissement’ van Thomas Ainsworth. Hier werden de garens in kammen gezet om daarna aan de wevers uitgegeven te worden om stoffen te weven. Totdat het pakhuis met een woning werd gebouwd, bleef Ainsworth op de Eversberg wonen. Niet de burgemeester van Hellendoorn werd uitgenodigd om de eerste steen te leggen. De contacten van de NHM waren verlopen via notaris Kluvers, waar de nodige grondtransacties afgehandeld waren. Hij werd uitgenodigd om samen met de agenten van de NHM en verdere genodigden op de Eversberg samen te komen, waarna  het illustere gezelschap zich in koetsjes richting de feestelijke plechtigheid begaf. Hieronder bevond zich overigens burgemeester Johannes Coenradus Bouwmeester wel, evenals zijn collega’s uit omringende gemeentes. De stichting van een nieuw dorp vond immers niet alle dagen plaats. Het trok ook bekijks van de lokale bevolking die op de heugelijke plek samengekomen was. 

14 mei 1836

Dat alles vond plaats op 14 mei 1836, de officiële datum die als een startsein kan gezien waarop de gemeente Hellendoorn een geheel ander aanzien kreeg. In de jaren erna werd de textielindustrie in Nijverdal steeds verder uitgebreid. Arbeidskrachten met hun gezinnen stroomden vanuit het hele land en ook daarbuiten toe. Het dorp Nijverdal groeide als kool. Het begon allemaal met een zoektocht naar een geschikte plek voor de productie, controle en opslag van de ‘katoentjes’ om Nederland economisch sterker te maken. De ‘katoentjes’ hebben tegelijk voor een enorme economische boost van onze omgeving gezorgd. De textielindustrie drukt nog steeds een stempel op Nijverdal via de hi-tech multinational Koninklijke Nijverdal-Ten Cate.  Een marathon verbindt mensen op een sportieve manier met elkaar. Via de ‘katoentjestocht’ wordt daarnaast iedereen met het verleden en het ontstaan van Nijverdal verbonden.